Concordance - under construction

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z

baert [1]	van de windt baert leven in de
baisse [1]	un vent violent les rameaux hausse baisse
bancken [1]	reuckeloosheyt slof en ontrouw by haer bancken
bande [1]	Arc sans rompre bande tire
bastert [1]	voor oncuys my voor een aterlingschen bastert
baten [1]	Noch schallickheyt doortrapt en hadden moghen baten
battre [1]	du caillou si battre lon le face
beau [1]	que l’Escurieul i’ay beau tourner sans cesse
becommering [1]	Ghebreck armoed ellend en knaghende becommering
becoorlijck [1]	stier nu weer becoorlijck geldt
bedeckt [2]	veel schoonen die des Werelds dop bedeckt Maer ’tAes bedeckt den Hoeck vast
beeft [1]	Zy brandt en beeft
beelden [1]	ick souw dit schryven voor de Beelden
begaen [1]	En mochten zy begaen zy geltten de
beginnen [2]	ginckt de saeck met strafheyt streng beginnen sey de Min hoe soud’ick dat beginnen
behoeden [1]	strafheyt dit dat als men wil behoeden
bekent [1]	als mijn tong bekent is allen oorden
bella [1]	Bella irretiti præmia sunt Zephyri
belle [1]	vigueur de ma belle guerriere
ben [5]	Ick ben mijn kintsheyt nauw Gheen ben ick sonder u haer aenschijn dan ben ick my selven hoop nemmer heijl ben ick t’ontfaen ghewent Ick ben te wel ghewent
bene [1]	pariter meritis fit bene cûique suis
berucht [1]	Daer aen Juppijn berucht met soo veel
bescheyt [1]	Gheweldt tegen gheweldt mijn Soone dat’s bescheyt
beseten [1]	Die zy beseten vant met onghemeten
beslommering [1]	Versuym en quisting sot verwartheyt en beslommering
beste [1]	oock meest de beste can
besteedt [1]	in leeren doen als praten heb besteedt
besteen [1]	Nochtans d’onmaticheyt die weetse te besteen
betracht [1]	Wie dese les betracht die weet ons
beyden [1]	die weet ons beyden danck
bidden [1]	met de Minne bidden an
bien [3]	Mais à bien y sonder i’en Perroquet ne sort bien qu’ouverte sa cage pas l’Amant mais bien seur en servage
blaest [1]	De windt blaest op en uijt
blaestse’ [1]	Of blaestse’ een Minnaer in
blaffen [1]	een ghewoont op onsen naem te blaffen
blasen [1]	in om voor u uyt te blasen
bleef [1]	Mijn flaeuwe leven bleef verdelcht van onghenoecht
blijckt [1]	van ramp soo blijckt en blinckt het
blijft [1]	d’een plucktmen d’aer blijft staen
blinck [1]	In lyden blinck ick
blincken [1]	Zy blinckt en doet al blincken
blinckt [4]	Van branden blinckt hy soo blijckt en blinckt het Minnevuyr Zy blinckt en doet al Mijn Vrouwe blinckt en set haer
bona [1]	Verba bona auribus incantata haud
bonne [1]	favt obvier de bonne heure
borst [2]	rees in haer borst en lust in de roem haer borst menighen soeten prick
boven [1]	de daden cloeck boven uw uytspraeck pralen
brachia [1]	Deprimis attollis frondosæ brachia sylvæ
branden [3]	In’t branden van den strijdt Van branden blinckt hy Maer branden ’t harte dan
branden’t [1]	Branden’t
brandt [10]	niet den heeten brandt van minnen van der Minnen brandt ghebruycken Zy brandt en beeft hart des Minnaers brandt en tziddert al Des eenes glans des anders brandt Glas een heeten brandt verweckt wast der Minnen brandt hoemense langher draecht om strijdt zijn brandt ghetuycht Coudt zijnde sticht zy brandt Lief in haer in and’re stichtse brandt
brandttekens [1]	van zijn pijl brandttekens van haer vlam
breeck [1]	Ick buijgh en breeck niet
breedt [1]	de Min staet om te locken breedt
breedtheyt [1]	In breedtheyt onbepaelt van eeuwich
breken [1]	eer hy my breken sal
bresche [1]	Par cette bresche Amour obtint mon
breve [1]	angustum per iter breve tempus alma
brusle [1]	ta splendeur l’Amour brusle mon ame
bruycken [1]	Door dien s’ons bruycken vaeck heel sonder
brvslast [1]	Brvslast il
buijgh [1]	Ick buijgh en breeck niet
buycht [1]	my past het pit mijns harten buycht
buyghen [1]	Hy moet my buyghen lang eer hy
by [5]	Hooft Amsterdam Ghedruckt by Ianszoon inde vergulde Dat gheene Goon by ons houden of slof en ontrouw by haer bancken leelijck wetense’ ons by yder af te blinckt en set haer claerheyt and’re by