Daniël Heinsius, Emblemata amatoria (1607/8)

Table of contents ↑

← Content: PreviousContent: Next →

Mon mal me suit [22]


picG4a

Back to top ↑
22. Mon mal me suit.translationtranslation
Het gene dat ick vlie dat moet ick selve draghen/
Ick voere waer ick gae het gheen dat my doet claghen/
Ick wend’ my hier end’ daer/ ick ben doch even blendt.
Ick gae/ ick keer/ ick com/ t’ beginsel is het endt.
’t Zy dat ick blyde ben/ ’t zy dat ick ben verbolghen/
Het ghene dat ick vlie/ dat moet ick selve volghen.
Daer ick gae is mijn liefd’/ ick moeter doch wel aen/
Ick most my selven eerst/ woud’ ick mijn vier ontgaen. translation

Quo fugis ah demens? sequitur te pæna, sequũtur
Iumentum ut scabræ pondera dura molæ. translationtranslation



Back to top ↑

Translations

De zonde achtervolgt mij.
My sins pursue me.
Dat wat ik ontvlucht, moet ik zelf dragen. Ik neem hetgeen waarover ik klaag overal met mee. Ik ga dan hier, dan daar, maar blijf even blind. Ik ga, keer om, kom terug, het begin is ook het eind. Of ik nu blij ben of verbolgen, dat waarvoor ik vlucht moet ik zelf volgen. Waar ik ga is mijn liefde. Ik kan niet anders, eerst moet ik mezelf ontvluchten voor ik het vuur kwijtraak.
Dwaas, ach waar vlucht je heen? Je zonde achtervolgt je, zoals
de zware vracht van een ruwe molensteen een trekdier.
Fool, ah, where do you flee? Your sins pursue you, as
the heavy burden of a rough-hewn millstone pursues a draught animal.

Back to top ↑

Sources and parallels