Daniël Heinsius, Ambacht van Cupido, from: Nederduytsche poemata (1616)

Table of contents ↑

← Content: PreviousContent: Next →

De douceur amertume. [37]


he1616037pict

Back to top ↑
37. De douceur amertume.


37. De douceur amertume.
Het honich soude sijn soet boven alle saecken,
VVaert dat de liefde niet noch soeter placht te smaecken.
De galle soude sijn het bitterst' dat men vindt,
VVaert dat men niet en vondt dat loose Venus kindt.
Ses ponden bitter gal met honich overstreken,
Is dat men liefde noemt, daer van de menschen spreken.
Het soet komt uyt het suer, het suer komt uyt het soet,
Dat droeve blijtschap t'saem, en blijde droefheyt voet.

Back to top ↑

Sources and parallels


Back to top ↑

References, across this site, to this page: