Content: Titlepage →

Concordance - under construction

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z

vaard [1]
vaarden [1]
vaart [3]
vaat [1]
vader [14]
vaderland [2]
vaders [2]
val [1]
valleijen [1]
vallen [1]
valsche [2]
valt [6]
van [258]
varen [4]
vast [17]
vaste [6]
vasten [1]
vaster [2]
vat [5]
vaten [1]
veel [30]
veel' [1]
veelmaal [1]
veeltyd-nutteloos [1]
veer [4]
veerdigd [1]
veilig [5]
veld [1]
veldhoen [1]
vele [2]
ven [1]
vens [1]
ver [8]
veracht [1]
verachte [1]
verachten [2]
verand'ring [1]
verbaast [1]
verbeeld [1]
verbeelde [1]
verbidden [1]
verblijd [2]
verbly [1]
verblyen [1]
verboden [1]
verborgen [1]
verborgentheden [1]
verdeelden [1]
verder [5]
verderf [2]
verderffenis [1]
verderven [1]
verdoolde [1]
verdorde [1]
verdriet [1]
verdrietig [1]
verdrijvende [1]
verdwaald [1]
verdwene [1]
verdwijnen [2]
verdwijnt [2]
vereenen [1]
vereenigd [1]
vereischen [1]
vereyscht [1]
verflauw [1]
verflouwen [1]
vergaan [4]
vergaarde [1]
vergapen [1]
vergaren [1]
vergeefs [2]
vergeefsche [1]
vergenoegen [1]
vergeten [1]
vergetend [1]
vergetende [1]
vergissen [1]
vergode [1]
vergoder [1]
vergoot [1]
vergoten [1]
verheerlijkt [1]
verhef [1]
verheffen [2]
verheugd [1]
verheven [1]
verhindren [1]
verho- [1]
verhogen [1]
verhoogt [1]
verhoor [1]
verkeerd [1]
verkeerde [3]
verkeerlijk [1]
verkleynd [1]
verkoren [1]
verkouwen [1]
verkregen [1]
verkrijgen [2]
verlaat [4]
verlangen [3]
verlaten [6]
verleent [1]
verlege [1]
verlegen [2]
verleid [1]
verlichten [1]
verlichtinge [1]
verliefde [1]
verliest [1]
verliet [1]
verliezen [3]
verloorne [1]
verloren [4]
verlos [1]
vermaak [1]
vermaakt [3]
vermaald' [1]
vermaken [1]
vermind'ren [1]
verminkt [1]
vermoeid [1]
vermoeyen [1]
vermogen [2]
vermorsel [1]
vernachten [1]
verneemt [1]
verneêren [1]
vernietig [1]
verniewen [1]
vernoegen [1]
verontreinigd [1]
verplet [1]
verpletter [1]
verplichten [1]
verquikken [3]
verquikking [1]
verquikt [2]
verr' [7]
verraden [1]
verrast [1]
verre [5]
verrezen [1]
verrichten [1]
verrigten [1]
verrijken [1]
verrukt [1]
vers'nen [1]
versaken [1]
versakings [1]
verschiet [1]
verschijnen [1]
verschijnt [1]
verschillen [1]
verschonen [1]
verschynen [1]
verselt [1]
verslaaft [1]
verslappen [1]
verslonden [2]
versmaad [1]
versmacht [2]
versmachten [1]
versmade [1]
versmaden [1]
versmaên [1]
versmaênde [1]
verspillen [1]
verspreid [1]
verstand [6]
versterken [1]
versterven [2]
verstrooijen [1]
verstrooit [1]
vertonen [2]
vertoogt [1]
vertoond [2]
vertragen [1]
vertrouwen [1]
vertuijen [1]
vervalle [1]
vervalt [1]
ververt [1]
vervoeren [1]
vervreemd [2]
vervreemt [1]
vervreugden [1]
vervuld [2]
vervuld' [1]
verwacht [1]
verwachten [3]
verwekt [1]
verwelkom [1]
verwerf [1]
verwerplijk [1]
verwert [1]
verwilderd [1]
verwinnaar [1]
verwinnen [1]
verwint [1]
verwondring [1]
verwonnen [1]
verworden [1]
verworven [1]
verydeld [1]
verzaak [1]
verzaakt [1]
verzagen [1]
verzaken [2]
verzaking [1]
verzakings [1]
verzellen [1]
verzelt [2]
verzet [1]
verzien [1]
verzoener [1]
verzonken [1]
verëenen [1]
verëenig [1]
verëenigd [4]
verëeniging [2]
verëren [1]
veste [1]
vesten [1]
vet [1]
veêren [1]
viel [3]
vier [1]
vind [15]
vinden [16]
vis [2]
vlagen [1]
vlak [1]
vlakk' [1]
vlam [1]
vledermuys [1]
vlees [1]
vleesch [11]
vleesches [1]
vleeschlijk [1]
vleid [1]
vleijen [1]
vleisch [1]
vleug'len [1]
vleugelen [2]
vlied [3]
vliegen [1]
vliegt [1]
vliet [2]
vlieten [2]
vlijt [1]
vlijtig [2]
vliên [2]
vloed [3]
vloeden [2]
vloeijen [1]
vloeit [1]
vloeken [1]
vlood [1]
vloog [2]
vlot [1]
vloên [1]
vlucht [1]
vluchten [1]
vluchtig [1]
vlugge [1]
vlugten [2]
vlyt [1]
vocht [4]
voed [1]
voedsel [1]
voeg [1]
voeg' [1]
voel [3]
voeld [4]
voele [1]
voelen [2]
voeren [3]
voert [1]
voester [1]
voet [4]
voeten [6]
vogel [1]
vogt [2]
vol [18]
volbracht [1]
volbreng [1]
volg' [1]
volgen [2]
volgt [3]
volharding [1]
volheid [2]
volk [3]
volken [2]
volkomen [1]
volkomentlijk [1]
volle [4]
vollen [4]
volmaakt [2]
volmaakte [1]
volmaakter [1]
volmaaktheid [1]
volmaekt [1]
von' [1]
vonden [1]
vonken [1]
voor [59]
voor-en- [1]
vooral [1]
voorbeeld [2]
voordeel [1]
voordoet [1]
voorgaan [1]
voorgaande [1]
voorgaat [1]
voorgegane [1]
voorgeschreven [1]
voorgesteld [1]
voorhene [1]
voorhenen [1]
voorsmaak [1]
voort [2]
voortaan [1]
voortbrengen [1]
voorwerp [2]
vordering [1]
voren [3]
vorst [3]
vos [1]
voên [1]
vrede [4]
vreden [2]
vredig [1]
vreed' [2]
vreemd [1]
vreemd' [1]
vreemde [1]
vreemt [1]
vreest [1]
vrese [1]
vreugd [4]
vreugde [2]
vreugde-stad [1]
vreugde-stromen [1]
vreugdig [1]
vreze [1]
vrezen [5]
vreê [1]
vriend'lijk [1]
vriend'lijkheid [1]
vriendelijk [1]
vrienden [1]
vriendlijkheid [2]
vromen [2]
vrouwe [1]
vrucht [3]
vruchten [3]
vruchtloos [1]
vrugt [1]
vrugten [3]
vry [8]
vrye [1]
vryheid [1]
vrywillig [1]
vuld [1]
vult [1]
vurig [1]
vurige [1]
vuur [10]
vuurig [1]
vuurs [2]
vuyle [1]
vvaar [1]
vvant [1]
vvas [1]
vvat [8]
vvater-bron [1]
vvel [1]
vvelx [1]
vvie [1]
vvyl [1]
vyand [3]
vyanden [2]