Pieter Huygen, Beginselen van Gods Koninkrijk (1689)

Table of contents ↑

← Content: PreviousContent: Next →

Voorrede tot den Lezer of Zanger


Back to top ↑
VOORREDE
tot den LEZER of ZANGER.

BEminde Lezer, dit kleine Boekje, word u
met genegendheid opgedragen, op hope,
dat de Goddelijke goedheid geven zal, dat
het aan uwe dierbare ziele eenig voordeel mogt
doen, om in waarheid deel te mogen hebben aan en
in Gods Koninkrijk.

En 't geen ik voor af te zeggen heb, is zeer wei-
nig, namelijk, dat ik niet als een volstrekte Auteur
hier van kan aangemerkt worden. Want behalven
dat ik door een ander d'aanleidinge tot deze Zinne-
beelden &c. gehad heb, zo heeft het ook een mijner
lieve Vrienden, meer in de Poësy ervaren als ik, ge-
lieft, op mijn verzoek, een hand van correctie en
byvoeging merkelijk daar aan te leggen.

Maar van meerder belang acht ik, dat U.L. ge-
lieft te weten, als hier en daar iemand sprekende
word ingevoerd, niet mijn Persoon eigendlijk,
maar eener die zo bestaat, moet worden verstaan;
by voorbeeld, pag. 9. vs. 2, en 3. en op andere plaat-
sen meer: als die garen en van herten met schaamte
bekenne, dien stand noch niet bereikt te hebben;
Waarom ik ook hope, dat dit Boekje voor mijne
ziele, gelijk als voor d'uwe, een Spiegel van goede
onderwijzingen zal zijn, en dat de goede God ons
te samen verwaardigen zal in Jesus Christus hoe lan-
ger hoe meer bequaam te maken om als kindertjens

de Beginselen, de Voortgang, en de volmaakte Be-
zittinge van Gods Koninkrijk in den Mensch met alle
toegenegendheid des herten te ontfangen, om 'er
gewisselijk in te komen.

Indien gy lieden daar iets in vind, waar door uw
gemoed, als door een gezegend middel, tot God en
't goede bewogen word, dankt Hem daar voor die
alle lof en eere toekomt.

En gy alle, die eeniger mate heilige handen tot
den God des Hemels en der Aarde kond opheffen,
zijt mijner gedachtig, als gy de Aanspraak-plaatse
sijner heiligheid in Jesus sijnen Zone naderd, op dat
het sijne grote ontfermingen en d'ingewanden sij-
ner Barmhertigheden gelieve sich zodanig over my
uit te breiden, dat ik onder de schaduwe sijner lief-
de-vleugelen een veilige schuil-plaatse vinde ten
dage des quaads, en UL. met alle heiligen hier na
mag ontmoeten in 't Ewige Zalige Koninkrijk.
Amen.

In Amsterdam,
den 10 Augustus 1689.


P. HUYGEN.

Back to top ↑

Sources and parallels


Back to top ↑

References, across this site, to this page:

No references to this emblem or page found.