Otto Vaenius, Amorum emblemata (1608)

Table of contents ↑

← Content: PreviousContent: Next →

Admodum Illti. Domino [dedication]


Back to top ↑
ADMODVM ILLti. DOMINO,
D. GVILIELMO BAVARO
DOMINO DE HOLINCHOVEN,
EQVITI AVRATO.
Quo tempore huic vrbi te habere, mihi tecum interdum esse contigit, vidi planeque perspexi, inter litterarum & elegantiæ studia, nostra hac arte pingendi non minimùm te oblectari. Itaque post discessum tuum, sæpè mecum deliberaui, quod potissimum artis simul & animi specimen tibi præberem ac dicarem. Tandem venit in mentem Amorum aliquot Emblemata inter scedas meas esse, quæ iam olim in iuuentute conceperam atque delineaueram: & quamquam hæc ætati nunc meæ parum cõgruerent, tuæ tamen, id est, bonæ & florenti satis conuenire, eique recreandæ esse posse. Quibus adductus in æs incidi, præloque committi curaui, & ecce, quò destinaueram, nunc mitto, tibique offero cum voto, lubens vt volensque accipias, meque tibi deuotum Amore, quo soles, porro prosequare. Ita te Admodùm Illtis Domine, voti compotem Deus faciat atque seruet, Antuerpiæ.translationtranslation

Back to top ↑

Translations

Hoogdoorluchtige Heer Wilhelm von Bavaria, Freiherr van Hollinghofen, Ridder van de Gulden Spoor.
In de tijd waarin het deze stad te beurt viel u in haar midden te hebben en mij soms in uw nabijheid te verkeren, heb ik gemerkt en duidelijk gezien dat in de studie van de letteren en de elegante kunsten, onze schilderkunst bij u zeer in de smaak viel. Daarom heb ik mij na uw vertrek dikwijls afgevraagd welk voorbeeld van mijn kunst en talent ik het liefst aan u zou schenken en opdragen. Uiteindelijk kwam me voor de geest dat zich onder mijn papieren enkele Liefdesemblemen bevonden die ik lang geleden in mijn jeugd had bedacht en getekend, en dat deze nu weliswaar niet bij mijn leeftijd pasten, maar in ruime mate pasten bij de uwe, dat is de goede en bloeiende leeftijd en dat ze konden bijdragen aan de recreatie ervan. Door deze overwegingen geleid heb ik ze in koper gesneden en op de drukpers laten leggen en zie, nu zend ik ze aan degene voor wie ik ze bestemd had en ik bied ze u aan met de wens dat u ze gaarne en bereidwillig aanvaardt en mij u toegewijd blijft houden met de liefde die u me altijd betoonde. Hoogdoorluchtige Heer, moge God al uw wensen inlossen en u bewaren.
Antwerpen.

To the most Illustrious Lord, William of Bavaria, Freiherr of Hollinghofen, Knight of the Golden Spur.
In the time that this city happened to have you and I happened to be with you for some time, I saw and clearly discerned that among the study of literature and elegance this art of painting of ours highly delighted you. So after you left I often asked myself what specimen of my art and talent I would for preference offer and consecrate to you. Finally I remembered that there were some Love-Emblems in my papers which I had conceived and drawn a long time ago in my youth and I thought that although they would not become my age now, they befit enough yours, that is the good and vigorous age, and that they can contribute to its recreation. Let by these thoughts I incised them into copper and had them printed and look, I now send them to the one for whom I had determined them. And I offer you these emblems wishing that you accept them with pleasure and willingly and keep me devoted to you with the love you used to show me. Most Illustrious Lord, thus may God give you what you want and preserve you, Antwerps.

Back to top ↑

References, across this site, to this page:

No references to this emblem or page found.