← Content: PreviousContent: Next →

De breuk der liefde is niet te heelen [38]


el1703038pict

Back to top ↑
DE BREUK DER LIEFDE IS NIET TE HEELEN.

Wanneer de band der Liefde aan stukken komt te raaken,
Is 't zeldzaam zoo zy weêr ten vollen word geheelt:
Een ey, waar van de schaal eens is in twee verdeelt
Is nimmer weder tot zyne eerste stand te maaken,
Die dan de Liefde wenst, te houden in haar' kragt,
Moet zien dat hy zig naaw, voor de eerste scheuring wagt.

[blanco]

DE BREUK DER LIEFDE IS NIET TE HEELEN.
Wanneer nu deeze band der Liefde twee verlief-
de zielen zoo naaw heeft vereenigt dat zy als
in een hart leeven, gelyk ik in myne aantee-
keningen op het voorgaande Zinnebeeld heb
gezegt, moet men ook zorgvuldig toezien dat
zy nooit word gebrooken, om dat zy nooit weder in zyn vo-
rige staat is te brengen: men weet genoegzaam dat de Liefde
en al wat van haar afhangt heel teer is, en dat zy heel zagt moet
gehandelt worden, of anders ligtelyk breekt, en om haare teer-
heid dan niet ligtelyk weder is te heelen. Het geene heel wel in
dit Zinnebeeld word vertoont door het gebrooke ey, eensdeels
om zyne teerheid, en ten tweede om dat een eyer schaal eens
gebrooke zynde, niet weder te maaken is, evenwel zal zom-
migen dit gevoelen als vreemt en tegen de waarheid strydende,
voorkomen, vermits het zeggen van Chremes by Terentius Andr.
act. 3. Sc. 3. hun te wel bekent is: dat de geschillen der verliefde
nieuwe liefde maaken, Amantium iræ amoris integratio est. En
dat de ondervinding dit genoeg geleert heeft: ik beken dat
men voorbeelden zou kunnen bybrengen, hoe twee gelieven,
na dat zy met malkanderen geschillen hebben gehad, te naawer
vereenigt zyn geweest, en dat'er niets zoo zoet is als die nieu-
we vereeniging van twee verliefde, die reets door de tweedragt
meende gescheiden te zyn, maar het is ook zeker dat'er voor-
beelden genoeg zyn, hoe eene tweedragt twee verliefde zielen
voor eeuwig heeft gescheiden. Ik weet ook dat Ovidius de art.
Amand. lib. 2. v. 435. Amp; seq. de Jongmans aanraad zomtyds met
hunne Minnareszen geschil te maaken, om dat de Liefde door
het al te veel toegeeven zomtyds verflaawt, maar dan moeten
evenwel zoodanige geschillen niet al te hevig nog langdurig
zyn, want indien'er eens een waare afkeer en verbittering van
zinnen in de gemoederen begint te komen, verandert die Lief-
de in zoodanig een hevigen haat dat zy alle andere viandschap-
pen te boven gaat: dit schynt Ovidius ook toe te staan wanneer
hy op de zelve plaats zegt.

Si spatium quæras; breve sit quo læsa queratur:
Ne lenta vires colligat ira mora.

Candida jamdudum cingantur colla lacertis:
Inque tuos flens est accipienda sinus.

Vraegt gy, hoe langen tyd haar gramschap duren moet?
So weet dat die weer haest behoort te syn versoet:
Op dat de ontsteke spyt, de toorn, en het bedroeve,
Geen wortel in haer krygh, door 't al te lang vertoeven,
Werpt uwe armen strakx om haren blancken hals,
Bid haer weer om genae, bekent uw schuld in all's.

Daar en boven is het myns oordeels, heel gevaarlyk zoodanige
proeven te neemen; altans my behaagt veel beter de raad die hy
een weinig te vooren had gegeeven, en die ik ook in myne aan-
teekeningen op het zes en dertigste Zinnebeeld heb gegeeven,
namentlyk, malkander in te volgen.

Dextera præcipue capit indulgentia mentes:
Asperit as odium sævaque verba movent.
Odimus accipitrem, quia semper vivit in armis,
Et pavidum solitos in pecus ire lupos.
At caret insidiis hominum, quia mitis, hirundo:
Quasque colat turres Chaonis ales habet.
Este procul lites & amaræ prælia linguæ.
Dulcibus est verbis mollis alendus amor.

Westerbaan vertaalt het dus is zyn avond-school.
Met in te volgen zyn de Meysjes ook te winnen:
Weest zagt en reckelyk: uit al te steege sinnen
Spruyt twist en haet. De Wouw, de Wolven zyn gehaet
Om dat sy vinnigh zyn, en niet en doen als quaet:
't Onnoosle Swaeluwtje werd binnens huys verdragen:
Daer 's niemand die het soekt te vangen of belagen:
Elk laet het in sijn vree, om dat het sacht en soet
En goedertieren is en niemand quaed en doet
Waght u met uw Meestress' in woorden te geraken:
Gebruykt geen redenen die na de alsem smaken:
Toont u niet scherp nog stuurs wanneer gy met'er spreekt,
De min is teer en wil met honing zyn gequeekt,
Van bitter houd hy niet.

Back to top ↑

Facsimile Images


Back to top ↑

Translations


Back to top ↑

Literature


    Back to top ↑

    Sources and parallels


    Back to top ↑

    References, across this site, to this page:


    Back to top ↑

    Iconclass

    A young man touches the arm of a young woman who is holding a broken heart in her hands