← Content: PreviousContent: Next →

Aen den Verstandighen Leser op de titelprent.


Back to top ↑
Aen den Verstandighen Leser op de TITEL-PRENT.
Siet hier het woeste Bosch, en alle tamme dieren,
Siet hier de gansche lucht een naeckten Ionghen vieren,
Siet hier de Walle-visch en al het gladde vee
Te midden inden brant te midden inde zee.
Siet hier de menschen selfs uyt alle verre landen,
Uyt Noorden, daer het vriest, en uyt de dorre stranden,
Siet hier den swarten Moor, den geylen Indiaen,
Een yeder bid om strijt een blinden lecker aen.
Siet alderhande volck, siet vrouwen, knechten, heeren,
Siet boer en edelman haer malle tochten eeren:
En of al dees of geen wat plomper gaet te werck,
Sy hebben allegaer het eyghen oogh-gemerck;
Sy dienen al gelijck sy dienen haere lusten,
Het sy in onsen ringh, of in de verre kusten,
Het vier het dertel vier is over al gemeen,
De dieren met den mensch die woelen onder een.
Ach! soo ons dom verstant niet hoogher wort gedreven
Wy leyden al te mael een onvernuftich leven,
Wy gaen een blindenwegh naer ons het vlees gebiet,
En van de waere lust, en weet de Ziele niet.
Op op ghy Menschen-kint, klimt tot de wijse Reden
Op op ghy Christen-mensch klimt tot de reyne Seden :
Want die niet op en stijght uyt krachte vanden Geest,
Leeft niet als voor het vlees gelijck een ander beest.

Back to top ↑

Facsimile Images


Back to top ↑

Translations


Back to top ↑

Literature


    Back to top ↑

    Sources and parallels


      Back to top ↑

      References, across this site, to this page:

      No references to this emblem or page found.

      Back to top ↑

      Iconclass